Stoomtrams in Oost-Gelderland


Tramweg Maatschappij De Graafschap

In 1885 hadden al veel plaatsen in de Graafschap een eigen station aan een spoor- of tramlijn, maar in Hengelo moest men het nog even zonder stellen. Plannen voor een tramlijn werden er wel gemaakt, het eerste dateert al uit 1882 maar werd nooit uitgevoerd. Pas vanaf 1896 kwam er meer schot in de zaak. Het eerste voorzichtige ontwerp ging nog uit van een paardetram tussen Hengelo en Vorden, in een latere versie werd dit echter veranderd in een stoomtram die van Hengelo via Vorden naar het station in Zutphen zou gaan rijden. Nadat de benodigde concessies en financiële middelen waren verzameld werd op 22 juli 1901 te Zutphen de Tramweg Maatschappij De Graafschap (TMDG) opgericht.

De TMDG had een klein voordeeltje bij de aanleg van de tramlijn: het eerste gedeelte van de lijn lag er al! Tussen Zutphen en hotel "De Kap" in Warnsveld reed namelijk sinds 1889 een paardetram van de Zutphense Tramweg-Maatschappij (ZTM). Met ingang van 1 december 1901 nam de TMDG daarom het eigendom en de exploitatie van de 3,8 kilometer lange lijn over van de ZTM, waarna kon worden begonnen met de aanleg van het resterende deel van de lijn naar Hengelo. Er werd hierbij een spoorwijdte van 750mm gebruikt, dezelfde als bij de lijn van de ZTM en de meeste andere tramlijnen in oost-Gelderland.
Op de eerste Kerstdag van 1903 was het dan zover: de 19 kilometer lange tramlijn werd voor het publiek geopend. De TMDG was hiermee een volwaardige stoomtram-maatschappij geworden, maar de paardetram reed ook hierna nog een paar keer per dag naar Warnsveld. Deze ritten waren vooral bedoeld voor het vervoer van schoolkinderen, maar deze bleken in praktijk veel liever met de stoomtram te rijden. Al op 30 januari van het volgende jaar werd de paardetramdienst daarom geheel opgeheven. De twee voormalige ZTM-rijtuigen werden later verbouwd tot stoomtramrijtuig en hebben nog tot 1928 dienst gedaan.
Een tram met reizigers- en goederenwagens rijdt door de straten van Hengelo.
De lijn naar Hengelo was er nu, maar net als de GOSM had ook de TMDG grotere plannen voor de toekomst. Vanaf Hengelo zou de lijn doorgetrokken moeten worden naar Doetinchem of zelfs Varsseveld, en ook zou er een tramverbinding Vorden - Ruurlo - Barchem of Vorden - Ruurlo - Lichtenvoorde kunnen komen. In praktijk bleek de belangstelling voor al deze lijnen (en daarmee ook de financiële steun) echter gering, zodat alle ambitieuze plannen nooit verder dan de tekentafel kwamen.

Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog had ook voor de TMDG grote gevolgen. Voor 1914 boekte men doorgaans nog wel een bescheiden winst en kon er een klein dividend aan de aandeelhouders worden uitgekeerd. Maar in 1918 waren de tekorten al zo hoog opgelopen dat men overwoog de lijn maar op te breken en de maatschappij te liquideren. De tram werd voor de streek echter nog steeds van belang geacht, en met financiële steun van de overheid kon de exploitatie toch worden voortgezet.
In de jaren daarna werd echter steeds duidelijker dat het einde van de stoomtram in zicht kwam. Vanaf 1926 werd een deel van de reizigerstrams vervangen door een autobusdienst, bij het goederenvervoer was men eerder ook al gedeeltelijk overgestapt op het gebruik van vrachtauto's. Voor het vervoer van bijvoorbeeld kolen of landbouwprodukten had de tram nog steeds de voorkeur, maar hier wreekte zich dan het feit dat de TMDG door de slechte financiële positie nauwelijks in nieuw materieel had kunnen investeren. Geregeld zag de TMDG een vervoersopdracht aan zich voorbij gaan, alleen maar omdat er eenvoudigweg geen goederenwagens beschikbaar waren... Aan deze vicieuze cirkel kwam pas een einde toen de TMDG in 1926 van een speciaal voor dit doel opgerichte maatschappij twintig nieuw gebouwde wagens kon huren.
In deze dienstregeling van de zomer van 1931 is de opkomst van de autobus al duidelijk merkbaar.
De economische crisis rond 1930 bracht de TMDG echter wederom in de problemen. Op alle fronten moest worden bezuinigd, en één van de slachtoffers was het personenvervoer: met ingang van 8 oktober 1933 werd de reizigersdienst vrijwel volledig gestaakt. De vrachtauto nam een steeds groter deel van het goederenvervoer over, totdat er omstreeks 1936 alleen nog maar trams voor het vervoer van wagenladingen reden.

Het einde van de tramdienst kwam uiteindelijk toch nog geheel onverwacht, niet in de laatste plaats voor de TMDG zelf. In 1938 werd er in opdracht van de gemeente Zutphen onderhoud gepleegd aan een brug die ook door de trams van de TMDG werd bereden. Op 23 juli werd hierbij echter zonder enig overleg het tramspoor in het brugdek opgebroken, waarmee de lijn naar Vorden en Hengelo onbereikbaar was geworden! De TMDG spande hierop een proces aan tegen de gemeente Zutphen, dat echter niet werd voltooid.
Op 9 maart 1939 werd het bestuur van de TMDG namelijk overgenomen door de directie van de GTM. Dit gebeurde onder druk van de regering die de noodlijdende tramwegen in de Achterhoek liever in één bedrijf verenigd zag. Als dwangmiddel konden daarbij de renteloze voorschotten gebruikt worden die eerder aan de TMDG waren verstrekt... De directie van de GTM zag geen brood meer in de tramlijn naar Hengelo en liet de lijn daarom in juli 1939 opbreken. De 'Tramweg Maatschappij De Graafschap' bleef nog slechts op papier voortbestaan en werd uiteindelijk in augustus 1954 opgeheven.

Ergens omstreeks 1912 staan een tram van de ZE (links) en TMDG (rechts) op het stationsplein van Zutphen te wachten op reizigers voor de volgende rit.
Sporen van de lijn

Een ritje met de tram naar Hengelo begon indertijd op het voorplein van het spoorwegstation van de SS. Dit station lag iets westelijker dan het huidige stationsgebouw, namelijk ongeveer op de plek waar nu de parkeerplaats is te vinden. Het tramspoor eindigde bij de remise van de TMDG die ter hoogte van de Berkelpoortstraat lag. Vanaf het stationsplein reed de tram naar Hengelo eerst parallel aan de spoorlijn naar de IJssel, en reed dan verder langs de IJsselkade naar het zuiden. De TMDG had hier enkele kadesporen waar goederen van schepen op de tram konden worden overgeladen, en omgekeerd. Na ongeveer 200 meter maakte de tram een bocht naar links, en reed via de Marspoortstraat en de Groenmarkt naar de Houtmarkt.

De eerste stoomtrams die over dit spoor van het station naar de Houtmarkt reden waren echter niet van de TMDG, maar van de ZE. Deze maatschappij opende op 10 september namelijk de tramlijn Zutphen-Doetinchem die tot de Houtmarkt dezelfde route volgde als de lijn naar Hengelo. De TMDG en ZE hadden daarom een regeling getroffen: de ZE legde op kosten van de TMDG de lijn naar de Houtmarkt aan, waarna de TMDG vanaf 1903 het medegebruik van deze lijn zou krijgen. Hetzelfde gold voor een zijlijn die vanaf de IJsselkade langs de Havenstraat (onder de spoorbrug door) naar het goederenstation aan de noordkant van het spoor liep.

Gelderland in Beeld:  De eerste foto toont het stationsplein met rechts een aantal goederentramwagens. De middelste twee foto's zijn gemaakt op het punt waar de Marspoortstraat op de IJsselkade uitkomt. Langs de kade lopen een aantal goederensporen, terwijl het hoofdspoor hier een bocht naar links maakt richting de Houtmarkt. De laatste foto is halverwege de Marspoortstraat genomen.

Voor grote versies van deze foto's: ga naar de site van 'Gelderland in Beeld', kies als plaatsnaam 'Zutphen' en kijk onder 'Station', 'IJsselkade' en 'Marspoortstraat'.


Toen en nu...


Wandelend door de smalle straatjes van de historische binnenstad van Zutphen lijkt het soms of de tijd stil heeft gestaan. Op bovenstaande foto's is dit ook mooi te zien. Op de linker foto rijdt een paardetram van de ZTM door de Marspoortstraat in de richting van het station. De foto rechts is meer dan een eeuw later genomen. De tramrails zijn verdwenen, er zijn wat bomen bij gekomen en verder... is er eigenlijk praktisch niets veranderd.
De Houtmarkt ligt middenin het centrum van Zutphen en vormde dan ook het middelpunt van al het tramverkeer rond Zutphen. Het was het beginpunt van de tramlijn van de Gorsselsche Paardentramweg-Maatschappij die, ondanks haar naam, nooit verder dan Eefde heeft gereden. Verder reed de ZTM op weg naar Warnsveld over de Houtmarkt en vanaf 1902 en 1903 kon men hier dus ook nog op de stoomtram naar Doetinchem of Hengelo stappen. Tegenwoordig herinnert alleen de naam van café 'De Halte' nog aan dit verleden als verkeersknooppunt. Binnen hangt een foto uit de tijd dat het eeuwenoude pand dienst deed als hotel "'t Gouden Rad" en de stoomtram nog voor de deur stopte.

Gelderland in Beeld:   Op de eerste twee foto's is te zien hoe de tramlijn over de Groenmarkt en vervolgens langs de Wijnhuistoren met daarachter de Houtmarkt loopt. Bij de fontein aan het eind van de Houtmarkt splitste het tramspoor zich in een lijn naar Emmerich en eentje naar Hengelo (linksonder respectievelijk rechtsonder op de vierde foto). De vijfde foto toont het tramspoor in de smalle Sprongstraat, met op de achtergrond weer de fontein van de vorige foto. De laatste foto is aan het begin van de Laarstraat genomen; op de achtergrond is een grote antennemast zichtbaar.

Voor grote versies van deze foto's: ga naar de site van 'Gelderland in Beeld', kies als plaatsnaam 'Zutphen' en kijk onder 'Groenmarkt', 'Wijnhuistoren', 'Houtmarkt', 'Sprongstraat' en 'Laarstraat'.